De erfgenamen van heer Ghijsel Back

Drs L.F.W. Adriaenssen

§ 8. De familie Van der Meer

I. DIERCK VAN DER MEER REYNERSEN¹ was koopman en olieslager te 's-Hertogenbosch. In 1543 wordt hij weduwnaar van ene Heesken genoemd en bovendien is hij getrouwd geweest met Johanna Gielis van Oss. Van zijn acht kinderen waren Reynder en Lauwreys zoons van Heesken en Willem, Gijsbrecht, Gregorius en Hadewich kinderen van Johanna. Dierck kocht in 1556 het huis Sint Jacob in de Bossche Verwerstraat. Hij testeerde op 27 juni 1564 voor de kanunnik mr Peter de Ruyter en overleed op 29 augustus 1569.

Zijn kinderen waren:²

1.	Willem Diercxss van der Meer, volgt onder II op pagina 96.
2.	Mr Dierck van der Meer³ werd priester en verwierf in 1558 een prebende in het kapittel van de Sint Jan te 's-Hertogenbosch. Hij kocht verschillende huizen op de Papenhuls, waar hij vermoedelijk heeft gewoond. Nadat hij op 9 januari 1573 was overleden, werd zijn boekeubezit onderzocht op ketterse lektuur.
3.	Gijsbrecht van der Meer is op 7 januari 1572 als zwakzinnige vrijgezel overleden.
4.	Gregoris Diercxss van der Meer⁴ bezette verschillende ja-

ren een zetel in de Bossche schepenbank.⁵ Hij was in 1591 kapitein van de schutterij van de voetboog; later wordt hij kapitein in dienst van de aartshertogen genoemd. Bovendien was hij een prominent lid van de Illustre Lieve-Vrouwebroederschap, waarbinnen hij als zwanenbroeder deel uitmaakte van de elite. Gregoris bezat het huis de Gulden Schoen in de Hinthamerstraat en een kasteel te Berlicum tegenover de kerk. Hij is op 29 april 1613 in Den Bosch overleden. Zijn eerste vrouw was Heylken Frans Pelgrom⁶, een dochter van de Bosschenaars Frans mr Henrick Pelgrom, koopman en schepen aan de Markt, en Margriet Willems Kemp. Hij hertrouwde met Elisabeth Stassart, die hem overleefde. De kinderen stammen uit het eerste huwelijk:⁷

A.	Geertruyt van der Meer Gregoriss.
B.	Jenneken Gregoris van der Meer⁸ trouwde met Godefroij Pijnappel⁹, sergeant-majoor in het regiment van de graaf van Grimbergen in 's konings van Spanje dienst. Hij was eigenaar van de Engelenborch in de Vughterstraat, die hij in 1603 erfde van zijn ouders Marcelis Pijnappel Janss en Ermgaert Goijaerts van Middegaels. Na Jennekens overlijden op 25 juli 1612 is Godefroij hertrouwd met Aleyt Henrick Wouters van Ravensteyn.
C.	Pranchyntken Gregorisse van der Meer trouwde met

Arnt van Werden Henricxss¹⁰, een deftige Bossche herbergier, en hertrouwde op 24 november 1594 te 's-Hertogenbosch met Lambrecht Peymans¹¹, koopman in onder andere ammimitie, woonachtig in de Keersboom aan de Schapenmarkt. Deze was op 24 februari 1569 gedoopt als zoon van Bauwen Ghysberts Peymans, zijdenlakenkoper in den Esel, en van Jenneken Lambrechts de Haze. Op zijn beurt hertrouwde Peymans op 26 oktober 1604 met Maria Jan Roelofs van Heze. Uit het eerste huwelijk stammen Arnt en Elisabeth van Werden, in 1607 beiden onmondig, en Johanna Arnts van Werden, gehuwd met de zijdenlakenkoper Adriaen Maess.

Hadewich Diercxss van der Meer trouwde met Nicolaes Kuysten¹², een zoon van de Bossche schepen Henrick mr Nyclaes Kuysten en van Geertruyt Herman Collaerts. In 1577 heeft Nicolaes de Bossche magistraat geld geleend tot het vuytcoopen vanden Duytschen garnisoen. In 1578 was hij policiemeester van de stad. Later heeft hij zich te Dordrecht gevestigd.

Zijn kinderen bij Hadewich waren:¹³

a.	Jan Kuysten¹⁴, geboren te 's-Hertogenbosch in 1571. Toen hij op 28 november 1603 te Amsterdam in ondertrouw trad met Elisabeth van der Merct, woonde hij op de Zeedijk. Zijn bruid was in 1582 te Antwerpen geboren uit het huwelijk van Jan van der Merct en Elisabeth van Breusegem en is in 1624 te Amsterdam overleden. Uit dit huwelijk nageslacht.
b.	Dirckgen Kuysten trouwde met Dirck van der Hoeven ofwel Verhoeven te Amsterdam.
c.	Anneken Kuysten trouwde in 1600 met Guilliam Gee-

ritss Verhoutert¹⁵, brouwer te Heusden. Hij verkocht in 1612 een huis aende Hoogen Steenweg te 's-Hertogenbosch. Guilliam was in eerdere echt, in 1592, getrouwd geweest met Adriana Adriaens van Cuyck. Hij was diverse malen schepen van Heusden en in 1618 ouderling van de calvinistische gemeente.¹⁶ In januari 1620 is hij overleden. Op 7 juni 1626 hertrouwde Anneken Kuysten te Heusden met Dingeman Adriaensz van Cuyck.¹⁷ Deze was een broer van Adriana, is omstreeks 1574 geboren en had een bierbrouwerij. Zijn ouders waren Adriaen Adriaens van Cuyck, lakenkoper, schepen van Heusden, en Maria Dirck Jacobs van Veen. Dingeman was in 1606-1629 negen jaar lang schepen en vijf maal borgemeester; in 1617 was hij hoofdman van de Oude Schutters, in 1617-1618 hoofdman van het Ceciliagilde. In eerste echt was hij gehuwd (1603) geweest met Catharina Wouter Matthyss van Neercassel uit Gorinchem. Samen met Guilliam Verhoutert was hij een aanhanger van Voetius. Ariaentjen Verhoutert, dochter van Anneken Kuysten, was in 1623 getrouwd met Adam Leenaertssen uit Amsterdam, rector van de gereformeerde Latijnse school te Heusden.¹⁸

Sara Kuysten¹⁹ trouwde met Pauwels Jacobs te Dordrecht, die in 1619 haar weduwnaar was.

Reynder Diercxss van der Meer trouwde met Geertruyt van Gorcom²⁰, een dochter van de lakenkoper Jan Matthyss van Gorcom en van Marie Peter Reyners, die in de Verwerstraat

woonden. Hun kinderen deelden in 1589 de ouderlijke nalatenschap:²¹

A.	Matthys Reyners van der Meer²² zat als raadsheer en schepen²³ in de stadsregering van Den Bosch. Hij verkocht in 1599 zijn hoeve te Haanwijk onder Sint-Michielsgestel, hem uit het bezit van zijn schoonvader aangekomen, aan zijn oom Gregoris van der Meer. In de rekeningen van de licentmeester van 1590-1594 wordt hij verschillende malen aangeslagen voor uitgevoerd rood lijnwaad en hop. Zijn weduwe ging failliet en bleef geld schuldig aan de lijnwaadhandelaar Nicolaes van Ophoven te Antwerpen. De stiel van lywatier had Matthys gemeen met zijn schoonvader Roelof Aert Vastaerts Arnts, raadsheer van de stad, wiens dochter Cornelia²⁴ hij had gehuwd. Matthys van der Meer is op 17 februari 1632 te 's-Hertogenbosch overleden. Aan zijn dochter Catharina liet hij de helft van een korentiende te Oirschot.²⁵
B.	Reyner van der Meer²⁶ ging in 1576 studeren aan de universiteit van Keulen, wordt vermeld in 1589, maar niet meer in 1606, bij de collaterale erfdeling van zijn nicht Geertruyt mr Laureyns van der Meer.
C.	Catharina Reynders van der Meer²⁷, gehuwd met Rey-

nier Lambrechts de Haze²⁸, raad van Den Bosch. Hun kinderen Margaretha (gehuwd met Johan Michiels van der Sterre, capiteyn van eenen vendelen voetsoldaten ten dienste van keure hoocheden), Lambrecht (onmondig) en Geertruyd (onmondig) deelden in 1602 de ouderlijke nalatenschap, waarin onder meer een huis in de Hinthamerstraat bij het Sint-Janskerkhof tegenover het Gulde Cruijs, geërfd bij de deling van wijlen Geertruyt van der Meer, en die hoeffve vanden Nieuwenhuijs te Sint-Oedenrode, aangekomen van Mathys van der Meer.

Marijcken van der Meer Reynders²⁹ verkocht in 1634 haar huis annex bierbrouwerij in de Verwerstraat, geheten den Cleijnen Ketel. In 1635 bezat zij een huis in de Kerkstraat.

Mr Laureyns Diercxss van der Meer³⁰ werd op 15 mei 1545 geïmmatrikuleerd aan de universiteit van Keulen, promoveerde daar in 1549 tot baccalaureus in de rechten en in 1556 tot licentiaat. In 1561 verkocht Anna, zijn weduwe, aan haar schoonvader de rente van 2 carolusgulden, die deze weleer aan Laureyns als huwelijksgave had meegegeven.

Anna had een dochter:

A.	Geertruytgen mr Laureys van der Meer.³¹ Toen zij op 28 augustus 1602 te 's-Hertogenbosch overleed, was zij de weduwe van Goyaert van Stryp³² en de vrouw van mr Herman Pelgrom de Bye (1542-1625), schepen van Den Bosch.³³

Maria Dircxs van der Meer³⁴ trad in bij de clarissen van Den Bosch. Door veranderinghe van tydt ertde religie verliet zij het klooster om te trouwen met Hans Bardoul, koopman te Goch. Toen zij non was geworden, was een lijfrente op de stad van ƒ 50 voor haar gekocht, waarmee haar recht op de erfenis van haar ouders, haar broers Gysbrecht en Dirck en haar nicht Geertruytgen van der Meer was vervallen. Nadat zij alsnog was getrouwd, eiste zij haar erfdeel op van de zich verzettende mede-erfgenamen. Hans' en Maria's zoon Maximiliaen Bardoul³⁵ vestigde zich te Haarlem.

II. WILLEM DIERCXSS VAN DER MEER³⁶ trouwde met Aelbertken Janss van Vladeracken³⁷, dochter van Jan Arntss van Vladracken en van Heylwich Arnts die Hoessche. Zijn tweede vrouw was Elysabeth mr Laureyns Pelgrom de Bye³⁸, dochter van mr Laureyns Henricks Pelgrom alias Ketelaers en van Geertruyt Pauwels Wynaents van Resant. In de stad Den Bosch bezat hij verschillende huizen, te weten den Paeuwe in de Hinthamerstraat (1565-1573), het Vercxken in dezelfde straat (1564-1582) en een huis in de Choorstraat. Elysabeth kocht in 1568 van haar broers en zusters een stenen, omgraven huizing te Sint-Michielsgestel. Willem van der Meer overleed te 's-Hertogenbosch op 20 juli 1569 en werd door zijn tweede vrouw overleefd tot minstens in 1581. Uit het eerste huwelijk werden drie dochters geboren, uit het tweede vier zonen:³⁹

HIER LEET BEGRAVEN
DIERCK REYNERSSZEN VAN MEER,
STERF ANNO XV^c LXV, DEN XXIX AUGUSTl;
ENDE WILLEM VAN MEER, SIJN SOEN,
STERF ANNO 1569, XX JULY;
EN
JENNEKEN,
DOCHTER GREGORIS VAN DER MEER,
HUYSVROU VAN CAPITEYN
PYNAPPEL,
STERF DEN 2J JULY ANNO 1612;
ENDE
MARIUS, HUN(N)E SOEN,
STERF DEN l6 JANUARY 1611;
ANNA PAYMANS,
WEDUWE VAN DER SCHENCK,
STERF 23 FEBR(UAR)I 1657;
ENDE
HELENA PAYMANS,
STERFT DEN 14 MAERT, ANNO 1669;
ENDE
FRANSINA SCHENCK,
STERFT DEN 29 JULY ANNO 1677.

Later bijgehakt: BEGRAFFENISSE VAN DE ERFGENAEMEN VAN
JACOB VAN LIER.

De afmetingen dezer grafzerk bedragen: 1,40 bij 235 Meter, Op de hoeken van den grafsteen sijn in de vierglopen, die de lijst versnijden, de symbolen der Evangelisten aangebracht. Vergelijk grafsteen No. 78 bl. 86 in dit werk.

Smits, De grafzerken, 202.

1.	Geertruyt Willems van der Meer⁴⁰, die in 1620 de weduwe was van Jan Jan Jacobs in den Rijder.⁴¹ Diens ouders waren Jan Jacob Mattheussen in den Ryder en Anna Jan Joriss van den Steen.
2.	Jenneken Willems van der Meer⁴² had met haar zus Eerken of Aertken drie jaar lang Henrick Henricx de Huesch in de kost, die hen het huis inden Swerten Ruyter aan de Vismarkt vermaakte.
3.	Eerken Willems van der Meer.
4.	Guilliam van der Meer, volgt onder III op pagina 98.
5.	Laureyns Willems van der Meer.
6.	Geerit Willems van der Meer.
7.	Dierck van der Meer⁴³ studeerde, promoveerde tot magister in artibus en trad in bij de norbertijnen van Berne. Zijn abdij zond hem in 1609 uit als pastoor van Woensel en in 1613 werd hij pastoor van Bokhoven, waar hij zijn toevlucht moest nemen op het kasteel. Op 21 december 1616 is heer Dierck daar overleden.⁴⁴

III. GUILLIAM VAN DER MEER WILLEMS⁴⁵ is op 8 december 1569 in de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch gedoopt. Hij werd koopman en handelde met (onder meer?) lijnwaad op Antwerpen. In 1611 was hij een van de vier meesteren ende regenten vanden scamelen weesskinderen, in 1620 wordt hij vermeld als proost van de Illustre Lieve-Vrouwebroederschap. Hij is op 12 september 1625 in Den Bosch overleden. Daar was hij op 4 november 1594

getrouwd met Eva Jan Eelkens⁴⁶, een van de dochters van Jan Eelkens Henricxss en van Eerken Henrick Janss zeyssemaeckers van Duerse, bij wie hij minstens acht kinderen verwekte. Guilliam en Eva huurden en erfden in 1601 het huis in de Verwerstraat, waar de familie Eelkens had gewoond.
.

1.	Willem van der Meer⁴⁷ werd op 23 augustus 1595 in Den Bosch geboren. Hij trad te Mechelen in bij de jezuïeten, werd in 1623 priester gewijd en werkte daarna in het onderwijs te Cassel, Antwerpen, Kortrijk, Den Bosch (illegaal) en Lier. Terug in Kortrijk stierf hij op 2 juni 1637 aan de pest.
2.	Jan van der Meer⁴⁸ is op 12 februari 1597 te 's-Hertogenbosch gedoopt. Samen met Willem trad hij in 1613 bij de jezuïeten in. Hij was docent te Brugge en Antwerpen, werd priester in 1624 en kwam na 1629 als missionaris naar Den Bosch, waar hij een schuilkerk inrichtte. Hij is op 13 december 1646 aldaar overleden.
3.	Dirck van der Meer⁴⁹, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 30 oktober 1598, was een klasgenoot van de toekomstige heilige Johannes Berchman, werd evenals deze jezuïet en overleed in 1623 te Cassel.
4.	Maria Willems van der Meer.
5.	Laureys van der Meer⁵⁰, te 's-Hertogenbosch op 24 juni 1602 gedoopt, werd de vierde jezuïet in het gezin. Hij overleed als noviet en filosofiestudent te Leuven op 10 of 11 juni 1623 na een bloedspuwing
6.	Hendrick, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 24 maart 1604, jong gestorven.
7.	Anna, in Den Bosch op 10 februari 1606 of 1607 gedoopt en jong overleden.
8.	Elisabeth Willems van der Meer⁵¹ noemde zich in 1634 24 jaar oud.

Noten
1.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1843, f 142, 5 januari 1543. A.F.O. van Sasse van IJsselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars en bewoners in vroegere eewen. Aanteekeningen uit de Bossche schepenprotocollen loopende van 1500-1810 (3 dln; z.pl., z.j.) II, 184. C.F.X. Smits, De grafzerken in de kathedrale Sint Janskerk van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch, 1912) 202.
2.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1847, f 246, 22 december 1565. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 185.
3.	Bisschoppelijk Archief 's-Hertogenbosch, Bisdom 15, 1574. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1848, f 209, 20 mei 1573. L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's- Hertogenbosch (5 dln; Sint-Michielsgestel, 1870-1876) IV, 264, 268, 269. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 539, 540.
4.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1852, f 195, 29 januari 1599. N 2677, ongef., 13 mei 1622. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, III, 231, 257, 258. A.F.O. van Sasse van IJsselt. Nieuwe catalogus der oorkonden en handschriften, berustende in de boekerij van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant ('s-Hertogenbosch, 1900), 9. Ch.C.V. Verreyt, „Leden der Lieve-vrouwebroederschap te 's-Hertogenbosch van 1318-1642", Taxandria, XVII (1910) 219.
5.	B.C.M. Jacobs, Justitie en politie in 's-Hertogenbosch voor 1629. De bestuursorganisaties van een Brabantse stad (Assen, 1986) 275, 276, 277.
6.	Gemeentearchief's-Hertogenbosch, R 1851, f 195, 20 april 1596. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, I, 226.
7.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1855, f 267, 29 oktober 1613. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, III, 259.
8.	Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, III, 258. Smits, De grafzerken, 202.
9.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1853, f 335, 28 mei 1603. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 210.
10.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1854, f 183, 28 mei 1607.
11.	L.F.W. Adriaenssen, „Paymans. Stamboom van een Meierijs geslacht (1300-1800)", De Brabantse Leeuw, XXVII (1978) 11.
12.	F. Beelaerts van Blokland, „Het Bossche regeeringsgeslacht Kuysten", De Nederlandsche Leeuw, LII (1934) 285. R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch. (Stadsrekeningen van het jaar 1399-1800) (2 dln; 's-Hertogenbosch, 1863-1866) II, 1234.
13.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1530, f 341v, 30 april 1619.
14.	Gemeentearchief Amsterdam, D.T.B. 411, f 91, 28 november 1603.
15.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1486, f 191v, 4 januari 1612; f 210, 9 januari 1612. Beelaerts van Blokland, „Het Bossche regeeringsgeslacht", 286.
16.	A.C. Duker, Gisbertus Voetius (3 dln; Leiden, 1897-1914) I, 177, 196, 197, 203, 205, 209, 210, 222, 227, 238, 243, LXXIV, LXXV, LXXXIX.
17.	F. Beelaerts van Blokland, „Van Cuyck met het rad", De Nederlandsche Leeuw, XLII (1924) 356, 357.
18.	Duker, Gisbertus Voetius, I, 359.
19.	W.F. del Campo Hartman, „Het Bossche regeeringsgeslacht Kuysten", De Nederlandsche Leeuw, LII (1934) 246: volgens een handschrift was Sara gehuwd met Nicolaas van Helmond.
20.	Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 204.
21.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1850, f 103, 12 januari 1589.
22.	ARA Brussel, Rekenkamer, Kwitanties 4055/5, controlerekening van 24 juni 1589-23 juli 1590, i.d. 6 februari 1590; controlerekening van 1 september-31 december 1593, i.d. 15 december; controlerekening 1594-1595, f XVIIV, 3 augustus 1594; f XXI, 27 september 1594. Stadsarchief Antwerpen, Insolvente boedelkamer 600. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1852, f 195, 29 januari 1599. R 1854, f 276, 30 juni 1608. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 275. Van Sasse van IJsselt, Nieuwe catalogus, 9. Verreyt, „Leden", 219.
23.	Jacobs, Justitie en politie, 276.
24.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1520, f 263, 6 april 1620. R 1845, f489, 26 mei 1559.
25.	Rijksarchief 's-Hertogenbosch, Raad van Brabant 1128, f LXXXI, 26 mei 1636.
26.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1470, f 564, 15 mei 1589. H. Keussen, Die Matrikel der Universiteit Köln (4 dln; Bonn-Düsseldorf, 1892-1981) IV, 103, no 7, 29 oktober 1576.
27.	Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 275.
28.	Streekarchief Eindhoven, Eindhoven R 32, f 59v, 30 september 1587. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1853, f 265, 20 november 1602.
29.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1423, f 229v, januari 1598. R 1470, f 564, 15 mei 1589, R 1512, f 283v, 23 juli 1635. R 1545, f 414, 15 september 1634.
30.	Rijksarchief 's-Hertogenbosch, Jezuïetencollege 's-Hertogenbosch, regest 127, l juli 1561. Keussen, Die Matrikel, II, 993, no 21.
31.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1482, f 390, 8 mei 1609. Smits, De grafzerken, 10.
32.	Onder de kinderen van Jaecques Francens van Stryp en Luytgaert mr Aert Pleviers te 's-Hertogenbosch wordt in 1602 een Goyaert genoemd (Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1853, f 217, 12 april 1602).
33.	L.F.W. Adriaenssen, „De erfgenamen van heer Ghijsel Back", De Brabantse Leeuw, XXXVIII (1989) 111.
34.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1451, f 312, 23 september 1608. R 1483, f396, 30 maart 1610.
35.	M. Pardoel, „Mijn voorouders, de Maximiliaens Bardoul", in: J.P.M. Strijbosch e.a. (red.), In de permetatie (Z.pl., 1982) 71.
36.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1381, f 620v, 11 september 1562. R 1847, f 246, 22 december 1565. Smits, De grafzerken, 202. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 185; III, 242, 253.
37.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1847, f 230, 28 november 1565. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, III, 550.
38.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1414, f 6, 12 oktober 1581. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 244.
39.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1848, ff 209 en 216, 20 mei 1573. R 1849, f 289, 19 februari 1585. R 1924, ongef., 20 februari 1589. N 2663, 23 augustus 1602. Van Sasse van IJsselt, De voorname huizen, II, 561.
40.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1520, f 161, 23 januari 1620.
41.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1854, f 266, 15 maart 1608.
42.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1423, f 24, 18 januari 1596.
43.	L.F.W. Adriaenssen, „De gerechtigden tot het Bacx-koorke in de Sint Jan tot de reductie van Den Bosch", De Brabantse Leeuw, XXXIV (1985), 146.
44.	Van der Velden 1987, p. 97.
45.	Stadsarchief Antwerpen, Insolvente Boedelskamer 609, blad 2, 12 april 1623; blad 16, 1623; blad 18, 1624. Rijksarchief's-Hertogenbosch, Archief Jezuïetencollege 's-Hertogenbosch, inv. 106 en 107, 1625; regest 181, 13 december 1625. Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1485, f 321, 14 maart 1611. R 1486, f 51v, 2 november 1611; f 699, 20 september 1612. R 1531, f 419, 23 juni 1620. N 2663, ongef., 23 augustus 1602. Verreyt, „Leden", 219.
46.	Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, R 1853, f 100, 29 november 1601.
47.	Adriaenssen, „De gerechtigden", 156, 157.
48.	Adriaenssen, „De gerechtigden", 158.
49.	Adriaenssen, „De gerechtigden", 158.
50.	Adriaenssen, „De gerechtigden", 158, 159.
51.	Gemeentearchief's-Hertogenbosch, R 1511, f 391v, 7 juni 1634.

De Brabantse Leeuw 39 (1990) 90-99

De erfgenamen van heer Ghijsel Back

Op deze pagina

Zie ook